Ben jij geen knuffelaar? Dit is de psychologische reden (en het ligt waarschijnlijk aan je opvoeding)

zaterdag, 29 november 2025 (07:02) - Grazia

In dit artikel:

Sommigen ontwijken knuffels niet uit onwil, maar omdat hun voorkeur voor lichamelijk contact grotendeels in de vroege jaren is gevormd. Psychologen en onderzoekers wijzen erop dat onze omgang met aanraking vooral terug te voeren is op opvoeding en biologie. Suzanne Degges-White, hoogleraar counseling aan Northern Illinois University, vat het kernidee samen: wie als kind veel fysieke affectie kreeg, ervaart aanraking later vaak als vanzelfsprekend en veilig; wie opgroeide in een kille of emotioneel afstandelijke omgeving, kan aanraking raar of bedreigend vinden. Een tegencase is mogelijk: kinderen die tekort aan aanraking hebben gehad, kunnen juist een sterke behoefte aan huidcontact ontwikkelen — de zogeheten ‘huidhonger’ — en als volwassene juist heel aanhankelijk worden.

Ook persoonlijkheidskenmerken spelen mee. Mensen met veel zelfvertrouwen hebben doorgaans minder moeite met het toelaten van anderen in hun persoonlijke ruimte, terwijl mensen met sociale angst aanraking kunnen zien als een inbreuk of als verlies van controle. Het gaat vaak minder om de fysieke aanraking zelf dan om de voorspelbaarheid en intimiteit die ermee gepaard gaan; grenzen bewaken is voor veel niet-knuffelaars een manier om zich veilig te houden.

Biologisch heeft aanraking meetbare effecten: een omhelzing van meer dan zo’n twintig seconden stimuleert de afgifte van oxytocine, het ‘knuffelhormoon’, dat stresshormoon cortisol verlaagt, hartslag kan vertragen en het immuunsysteem positief beïnvloedt. Wie regelmatig zulke lichamelijke nabijheid ervaart, raakt daardoor doorgaans veerkrachtiger en voelt zich rustiger — wat het makkelijker maakt om weer fysieke warmte te zoeken.

Culturele normen bepalen bovendien wat als ‘normaal’ wordt gezien. Oude observatiestudies tonen grote variatie: koppels in San Juan raken elkaar extreem vaak aan, in Parijs veel, maar in Londen vrijwel niet. Nederland zit qua omgangsafstand ergens in het midden, wat soms verwarring oplevert over hoe ver men moet gaan bij begroetingen.

Kortom: geen knuffelaar zijn betekent niet dat je ongevoelig bent; het is vaak het resultaat van opvoeding, persoonlijkheid en biologie. Het stellen van grenzen is volkomen legitiem, en echte verbondenheid hoeft niet per se via omhelzingen te lopen.