Deze straf eist OM tegen verdachte van chantage Johnny de Mol
In dit artikel:
Fiscalist Karim A. stond dinsdag terecht in Amsterdam, verdacht van het chanteren van presentator Johnny de Mol en het onterecht in diskrediet brengen van belangenbehartiger Sébas Diekstra. Het Openbaar Ministerie eist 200 uur taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden. Justitie beschuldigt hem daarnaast van valsheid in geschrifte wegens het gebruik van vervalste documenten.
De zitting vond plaats zonder de verdachte; hij was verplicht te verschijnen na een bevel tot medebrenging in mei, maar bleek onvindbaar en werd niet door de politie afgevoerd. Via zijn advocaat stelde hij dat hij bedreigd wordt en uit veiligheidsredenen niet aanwezig kon zijn. De rechtbank toonde zich verbaasd en merkte op dat die bewering niet kon worden geverifieerd, en dat hij onder politiebewaking in de rechtszaal juist veiligheid zou hebben gehad.
De kern van de zaak is een brief uit 2020 waaruit het Openbaar Ministerie afleidt dat Karim A. met dwingende en dreigende taal een schikking probeerde af te dwingen in verband met een mishandelingszaak tegen De Mol’s ex-partner (die later werd geseponeerd). De brief zou ook naar De Mols ouders, John de Mol en Willeke Alberti, zijn gestuurd. Johnny deed daarop aangifte. Advocaat Peter Plasman verklaarde namens zijn cliënt dat de acties grote schade hebben veroorzaakt — De Mol moest tijdelijk stoppen met presenteren — en dat er zelfs vliegtuigjes met spandoeken zijn ingezet. Volgens het OM was het doel om De Mols familie angst aan te jagen zodat er betaald zou worden.
Karim A. ontkent chantage en zegt te hebben gehandeld in opdracht van De Mols ex, met als doel negatieve publiciteit te vermijden; volgens zijn zijde zou er nooit om een concreet bedrag zijn gevraagd. De rechtbank doet over twee weken uitspraak.