Koning Willem-Alexander was bij 30 jaar Haus der Niederlande
In dit artikel:
Koning Willem-Alexander bracht op donderdag 25 september een werkbezoek aan Münster (Duitsland) waarin de versterking van Nederlandse-Duitse banden centraal stond. Hij was aanwezig bij de dertigste verjaardag van het Haus der Niederlande, een kennis- en cultuurcentrum dat decennialang uitwisseling over taal, politiek, literatuur en grensoverschrijdende samenwerking stimuleert. De koning werd ontvangen door de minister-president van Noordrijn-Westfalen, Hendrik Wüst, en woonde in het centrum de tentoonstelling "Niederlande in 3D" bij. Die expositie belicht samenwerking in de grensregio via vier thema’s en gaf ook uitleg over de Euregionale Doorlopende Leerlijn (EDL), een onderwijsprogramma dat leerlingen en studenten voorbereidt op werken en leren over de grens. Willem-Alexander sprak bovendien met vertegenwoordigers van organisaties die aan het Haus verbonden zijn. Eerder die week woonde hij ook de opening van de Week tegen Eenzaamheid bij.
Na een gezamenlijke lunch in Schloss Wilkinghege met bondspresident Frank-Walter Steinmeier en Hendrik Wüst vervolgde de koning zijn programma bij het hoofdkwartier van het 1e Duits-Nederlandse Legerkorps (1 GNC) in Münster, eveneens ter gelegenheid van het dertigjarig bestaan. Het korps ontstond in 1995 als binationale samenwerking en is uitgegroeid tot een geïntegreerd NAVO-hoofdkwartier met personeel uit twaalf landen; volgend jaar voegen nog vier landen zich erbij. Het 1 GNC wisselt de leiding tussen een Duitse en een Nederlandse commandant en kan in crisissituaties een internationale troepenmacht van ruim 50.000 militairen aansturen. Tijdens het bezoek waren er een welkomstceremonie, een plenaire presentatie over de geschiedenis en toekomst van het korps, een rondgang langs militaire opstellingen en gesprekken over het functioneren in een multinationale omgeving.
Het bezoek onderstreept de brede samenwerking tussen Nederland en Duitsland — van cultuur en onderwijs tot defensie — en benadrukt de voortdurende internationale uitbouw van gezamenlijke instituties in de grensregio.