Waarom staan zo weinig vrouwen aan de fashion top?
In dit artikel:
Hoewel de mode zich op catwalks als progressief presenteert, blijven de macht en creatieve leiding binnen de industrie grotendeels in handen van (witte) mannen. Modeactivist en journalist Janice Deul noemt het “te gek voor woorden dat een branche die draait om vrouwen, vrouwen zo buiten spel zet.” Uit een analyse van 1Granary blijkt dat slechts ongeveer 12% van de creative directors bij de grootste luxehuizen vrouw is, terwijl circa 70% van de modestudenten wereldwijd vrouwelijk is.
Opvallende voorbeelden: van huizen als Dior, Chanel, Gucci, Prada en Louis Vuitton hebben maar enkelen vrouwen aan het roer — Miuccia Prada deelt haar positie met Raf Simons, en alleen Givenchy, Bottega Veneta en Prada in het genoemde rijtje worden door vrouwen geleid. Historische doorbraken zoals Maria Grazia Chiuri’s benoeming bij Dior in 2016 werden recent weer teruggedraaid: Chiuri vertrok dit jaar en werd opgevolgd door een man, net als Donatella Versace die bij Versace plaatsmaakte voor Dario Vitale. Dit patroon doet zich ook voor bij merken waarvan de oprichter vrouwelijk was (bijv. Chanel, Schiaparelli).
De oorzaken liggen diepgeworteld: patriarchale waardering, hechte bestuursnetwerken in bedrijven als Kering en LVMH die vaak mannen aanstellen, en culturele stereotypen die mannen sneller als ‘geniaal’ accepteren terwijl vrouwen aan veel meer eisen moeten voldoen. Daarnaast speelt de zogenoemde male gaze: decennialang bepaalden mannen hoe vrouwen in mode worden afgebeeld, met gevolgen voor beeldvorming, fotografie en het type schoonheid dat als norm geldt. Ontwerpsters als Chiuri probeerden dit te keren door vrouwelijke fotografen en thema’s als feminisme te introduceren; anderen zoals Stella McCartney en Rihanna (Savage x Fenty) brachten al eerder nieuwere, inclusievere visies.
Ook zorgtaken remmen doorstroom: de carrièrepieken voor ontwerpers vallen vaak samen met gezinsjaren, en doordat zorg nog meestal op vrouwen rust, hebben veel vrouwelijke talenten een lastiger pad naar topposities. Als reactie kiezen sommige vrouwen eigen routes — denk aan Victoria Beckham, Anifa Mvuemba en Marine Serre — of benutten ze sociale media en tech om zichtbaarheid te krijgen.
De consequentie is dat mode een eenzijdig wereldbeeld blijft uitdragen als alleen witte mannen leidinggeven en bepalen wat schoonheid en relevantie is. Deul pleit voor meer diversiteit in leiderschap en een ‘dekolonisering van mode’: loskomen van het idee van één type leider, één idee van schoonheid en één doelgroep, zodat mode echt representatief wordt en relevant voor een breder publiek. Zonder structurele veranderingen blijft de industrie achter bij de maatschappij die ze pretendeert te weerspiegelen.