Zó kies je de juiste bronzer - en zo breng je 'm het beste aan

In dit artikel:

Voor wie snel bleek of grauw oogt: een bronzer geeft onmiddellijk warmte en een gezonde uitstraling. Kies eerst welke intensiteit je wilt: voor een subtiel effect één à twee tinten donkerder dan je eigen huid, voor een “net terug van vakantie”-look twee tot drie tinten donkerder.

Kies het juiste formaat naar je huidtype en ervaring: vloeibare bronzers zijn het makkelijkst om mee te blenden (handig voor beginners), poeder is fijner bij een vettere huid. Een matte bronzer oogt het meest naturel; een variant met shimmer zorgt voor extra glow.

Verwar bronzer niet met een contourstick. Bronzer voegt warmte toe en wordt op plekken aangebracht waar je natuurlijk bruint (jukbeenderen, haargrens, kin, puntje van de neus). Contour gebruikt je juist om schaduw en diepte te creëren; die is doorgaans donkerder en koeler van toon.

Aanbrengen: doe bronzer ná je foundation en vóór je blush. Bij liquids zet je een dunne streep en blend je van onder naar boven richting de haargrens met vinger of een smalle kwast. Bij poeder doop je je kwast, tik je het teveel af en veeg je vluchtig over de gewenste zones. Blenden is essentieel — begin met weinig product en bouw op in dunne lagen om harde lijnen en een onnatuurlijke look te vermijden.

Tot slot: test kleuren in daglicht en kies een formule die past bij je huidtype en het gewenste effect.